Wat doet het met je (romantische en seksuele) relaties als je ouders zich vroeger veel zorgen om je hebben gemaakt? Ben je het waard om je met anderen te verbinden als je vroeger dood kan gaan?
Dat wat in je kinderjaren gebeurt, kan veel invloed hebben op hoe je later in het leven staat, dus ook hoe je bepaalde relaties ervaart en vormgeeft. Vaak gebeurt dit op een onbewust niveau. Wie als kind bijvoorbeeld veel heeft moeten zorgen voor zijn of haar ouders, zal dit wellicht ook sneller doen in intieme relaties op latere leeftijd.
Als je geboren bent met een hartafwijking, kan het zo zijn dat je in je kindertijd en jeugd veel meer zorgen hebt gehad dan andere opgroeiende kinderen en pubers. Ook kan het zijn dat je je ouders in hoge mate van stress hebt gezien en dat je het gevoel hebt gehad voor hun te moeten zorgen – door bijvoorbeeld te spelen alsof alles goed met je gaat – in plaats van andersom. Je wilde hun niet nóg meer belasten.
Dit zijn dynamieken die kinderen al op jonge leeftijd onbewust doorhebben: als je voor je ouders zorgt, kunnen zij hopelijk weer voor jou zorgen. In een ideale wereld hebben ouders altijd de ruimte om voor hun kinderen te zorgen, maar ouders zijn ook maar mensen. Als volwassen persoon hoef je niet meer dezelfde dynamiek te creëren in je romantische of seksuele relaties: je hoeft bijvoorbeeld niet voor de ander te zorgen zodat hij of zij voor jou zorgt. Jullie zijn individuen die het fijn vinden om samen te zijn en er voor elkaar te zijn, waar in sommige tijden ook zorgen voor elkaar onder behoort, maar deze relatie is veel autonomer dan die je met je ouders had.
Bindings- of verlatingsangst kan ook op latere leeftijd ontstaan en niks te maken hebben met je jeugd. Als je bijvoorbeeld een paar keer achter elkaar een vervelende situatie hebt ervaren met een afwijzing. Omdat een ander het idee van een hartafwijking heel spannend vond, of naar reageerde op je litteken. Dit kan zorgen dat je bang bent om je opnieuw aan iemand te laten zien. Die reactie lag natuurlijk bij de ander, maar het is niet gek als je dit wel persoonlijk opvat. ‘Ik ben het blijkbaar niet waard om van te houden’ zijn gedachtes die in je op kunnen komen.
Daarnaast kunnen er angsten spelen om je te binden aan iemand omdat je vindt dat jij teveel onzekerheid of gedoe met je meebrengt door je hartafwijking. Belangrijk is om te onthouden dat angsten niet voor niks angsten heten: het zijn geen feiten. Ze wel durven voelen, je realiseren dat je niet de enige bent met deze gevoelens en erover praten kan een hoop opluchten, en zorgen dat je er niet mee in je hoofd blijft zitten.
Bindings- en verlatingsangst kunnen allebei ook doorspelen tijdens de seks. Tijdens de seks stel je je letterlijk en figuurlijk bloot: als je bang bent om je te binden of iemand te verliezen, kan het zijn dat dit openstellen en verbinden niet lukt.
Lees hier het verhaal van Rachelle (47) die zich als jong meisje verlaten voelde in het ziekenhuis, en daardoor ook in romantische relaties bang was om verlaten te worden.
‘Mijn eerste herinnering is dat mijn ouders me achterlaten in het ziekenhuis. Ze gaan de klapdeuren door, en ik blijf als driejarig meisje tussen de benen van een verpleegster achter. Ik ben inmiddels 47 jaar en ben dit hechtingstrauma nu pas aan het verwerken. De hechting is als baby al verstoord geraakt. Direct na mijn geboorte, ben ik weggehaald bij mijn moeder en naar een ander ziekenhuis gebracht. Dit hechtingstrauma zorgde voor verlatings- en bindingsangst, en dat relaties niet zo goed verliepen.
De band tussen mij en mijn ouders is hecht: mijn moeder waakte vroeger als een tijgerin over mij. Voor mij verloor ze al een ander kindje: dat zorgde dat ze nog banger was om mij te verliezen. Ze deed dit uit liefde, maar om daarvan los te komen als kind is lastig. Ik heb me lang als een braaf meisje gedragen omdat ik mijn ouders niet nog meer last en verdriet wilde opleggen. Ik heb bijvoorbeeld nooit echt gepuberd.
Dit werkte allemaal ook door in romantische relaties. In relaties was ik erg onzeker. Ik kon en kan er niet goed mee omgaan als mensen emotioneel dichtbij komen.
Een tijd was ik zelfs bang voor aanraking. Ik voelde dan hele heftige sensaties in mijn lichaam. Uiteindelijk heb ik een seksuoloog opgezocht. Die heeft me geleerd om als eerst mezelf weer aan te raken. Daarna leerde ik ook de ander toe te laten, maar wel pas als ik me veilig voelde. Ik denk dat het iets van vijf sessies duurde maar het heeft me erg geholpen. Ik heb daar nu niet zulke problemen meer mee. Dit neemt niet weg dat seks met een aangeboren hartafwijking voor beide partijen lastig kan zijn. Als je bijvoorbeeld nog niet weet hoe je lijf reageert op heftige sensaties na een operatie. Maar ook buiten seks kan intimiteit onveilig voelen. Als iemand die ik niet ken spontaan een arm om mij heen slaat, dan bevries ik nog steeds.
Ik had in mijn jeugd regelmatig vriendjes. Bang om verlaten te worden, om alleen te zijn, weet ik nu. Ik ben sinds mijn 35e alleen, ik wilde echt leren wie ik eigenlijk ben en wat ik echt wil. Die meiden van tegenwoordig ontdekken veel vroeger wat ze willen, mijn generatie deed dat pas later. Al denk ik dat ik persoonlijk ook geremd werd omdat ik heel voorzichtig en angstig was: ook op dit vlak was ik het brave meisje. Voortdurend bezig met de consequenties van alles.Op mijn schouder zit een poppetje dat bij elke activiteit vraagt: wat zijn de gevolgen voor je hart?
Het zorgde dat ik in relaties vaak de pleasende partij was: niet opkwam voor wat ik wilde. Door die overlevingsstand stond ik ver van mijn eigen gevoelens en lichaam. De verlatingsangst is wel overgegaan. Maar die bindingsangst is er nog steeds. Nu ik alleen ben, voelt alles veilig, maar ik weet niet hoe het gaat als ik weer iemand tegenkom. Ik ben daar wel een beetje bang voor: durf ik me nu wel te binden? Zal ik straks weer die heftige reacties en sensaties in mijn lijf voelen? Mijn wens is om me ooit toch weer te binden.’
Lees hier het verhaal van Job (23) die het soms spannend vindt om te daten.
‘Ik ben momenteel weer met een meisje aan het daten. Gisteren heb ik haar – na twee maanden samen – verteld over mijn hartafwijking, want ik moest naar het ziekenhuis. Het was via de app. De volgende keer als we elkaar zien, zullen we daar natuurlijk verder over door praten. Ik ben het inmiddels gewend dat mijn hartafwijking veel vragen omhoog brengt bij diegene met wie je aan het daten: kunnen ze nog alles met mij doen?
Ik merk dat ik het elke keer weer spannend vind om te vertellen. Mijn angst is dat iemand me niet accepteert en afwijst. Dat is namelijk een paar keer gebeurt. Om die reden heb ik ook een tijdje niet gedatet. Liever alleen de wereld verkennen dan die angst om afgewezen te worden te moeten voelen. Ik vind het niet erg om alleen te zijn, houd van alleen reizen bijvoorbeeld, maar ik vind het wel een naar idee om alleen achter te blijven. Of het idee dat ik me veilig voel bij iemand, dat ik thuis kan komen bij iemand, en dat dit dan weer stopt. Het is de angst om nooit een persoon te vinden bij wie ik me warm voel.
Het voelt spannend om nu weer te daten, maar ook goed. Ik ben heel benieuwd hoe het uitpakt de komende maanden nu ze weet van mijn hartafwijking.’
Advies uroloog, seksuoloog Henk Elzevier:
‘Zolang de spanning en de angst niet de overhand neemt, kunnen positieve ervaringen je helpen om je over deze angsten heen te zetten. Negatieve ervaringen laten de angst groeien wat kan leiden tot vermijding. Dan is het verstandig om hulp te zoeken bij een seksuoloog of psycholoog. Het belangrijkste is dat je je angsten en gevoelens gaat uitspreken, zodat je kunt leren dat het angsten zijn.
Begin daar vooral vroeg mee: meteen zodra het de overhand neemt. Je kunt je partner of je date ook een keer laten luisteren naar de podcast Hartenlust, zodat deze meer inzicht krijgt in jou. Bedenk dat relaties bij andere (jonge) mensen ook uitgaan, dat zij ook worden afgewezen, dus dat dit niet ligt aan je hartafwijking.’